Nieuwe Paradigma
Het nieuwe Paradigma. De fundamenten ervan en de logische uitwerking.
Voor een goed begrip is het belangrijk dat de dingen logisch zijn, ook al zijn de uitgangspunten nog ongekend in de wereld van nu. Echter door de zienswijze van het nieuwe Paradigma is een beter begrijpen en daarmee het helen van lijden, ziektes en kwalen een stuk dichterbij gekomen. Dit geldt zelfs voor maatschappelijke, juridische, economische en politieke problemen. Er is een centrale oorzaak, die door het nieuwe paradigma begrepen wordt en de wereld zal veranderen.
Dit zijn de uitgangspunten:
Ieder mens is van nature goed,
Wij zijn allen één, verschillend maar gelijkwaardig.
Naast onze “gewone” (overlevings-)identiteit hebben we ook een diepere Identiteit: de ziel, een vorm van energie, van Liefde.
De ziel is zichtbaar en hoorbaar in onze emoties. Ook deze zijn een vorm van (die) energie.
Er zijn positieve emoties, die maken ons blij en brengen ons kracht.
Er zijn negatieve emoties die putten ons uit en kunnen, als ze te lang bestaan en te hevig zijn, in ons lichaam als (ziekte?)massa opgeslagen worden.
We hebben nog niet geleerd, ook deze negatieve emoties te vertalen naar wat de ziel over zichzelf vertelt, zodat ook deze ons in onze kracht brengen.
Deze stap is nieuw, en zal langere tijd vergen om geaccepteerd, gehanteerd en gemeengoed te worden. Idealiter worden we daarin voorgedaan en geoefend in onze vroegste jeugd.
Tot die tijd zitten we met pogingen van ons denken om op deze negatieve emoties grip te krijgen, wat niet werkt. Wat wel werkt is deze emoties vertalen.
De ziel is een scheppend wezen, en gedachten scheppen ook. Negatieve gedachten scheppen problemen. Positieve overtuigingen zijn krachtig helend en constructief. Ze horen in de vroegste jeugd aangebracht te worden door volwassen ouders.
Volwassen ouders komen nog maar mondjesmaat voor. Onze inspanningen zullen hierop gericht moeten zijn.
Met de komst van het ontwikkelde denken is de evolutie nog niet op haar hoogtepunt. Het denken lijkt vooral nodig om ons bewust te kunnen zijn van wie we werkelijk zijn.
De kenmerken van deze essentie zijn: kwetsbaarheid, behoefte in het niveau van ontwikkeling gekend te worden, kracht, gevoeligheid, diverse uitingen van liefde-zijn.
Hoe sterker de ontwikkeling was, des te heftiger de gevoelens kunnen zijn en des te meer is de begeleiding van ouders nodig.
Bij de mens lijkt het niet alleen van belang het leven door te geven, maar ook: informatie doorgeven aan het kind. Informatie over Wie we werkelijk zijn, en hoe daar in elk leven zo spoedig mogelijk weer in terug te komen. In formatie zijn, gevormd worden, evolueren, het Leven zelf zijn.
We werken dit verder uit.
Ieder mens is van nature goed, mooi, kostbaar. Dit is zichtbaar bij de geboorte: de onschuld, hulpeloosheid, kwetsbaarheid. Dit is een kwaliteit, en iets waar je gemakkelijk zorg, respect en liefde voor kunt voelen. Dit is het eerste wat een kind ook nodig heeft.
Ieder mens is van evenveel waarde, even kostbaar, en even belangrijk. Dit gegeven blijkt zo indringend, dat daardoor verklaard kan worden hoe sterk mensen kunnen reageren op onteerd worden, genegeerd, vernederd worden.
Niet iedereen is even gevoelig voor vernedering etc. Er bestaat blijkbaar een verschil in het bewustzijn van de waarde die we hebben, en wat het wezen van die waarde is. Dit zou kunnen verklaard kunnen worden in het model van de reïncarnatie: naarmate we meer levens hebben doorgemaakt en door veel schade en schande hebben leren begrijpen waar het in de wereld echt om gaat, weten we steeds bewuster wie we zijn en kunnen we meer realiseren wat en wie we zijn.
Dit weten wordt in elk leven meegenomen, en bepaalt het verschil waarop en hoe sterk mensen reageren op situaties. Elk pasgeboren kind is dus geen leeg vat waar kennis in gegoten moet worden, maar kan al een (zeer) hoog ontwikkelde ziel zijn.
In de wereld van nu met de grote waarde die het intellect hier heeft, is die onkenbare en ongrijpbare diepste identiteit , evenals God, onzichtbaar gemaakt, en vergeten. De arrogantie van ons intellect beschermt zich tegen de gevoelde bedreiging van zijn superioriteit door een dieper weten, door dit onwetenschappelijk te noemen. Het is deze houding die onze evolutie tegen houdt en de grootste bedreiging van de mensheid is.
De bedoeling van het leven lijkt, om dat wat we in onze ziel al zijn, steeds meer te ervaren en in elk leven opnieuw ons te herinneren wie we werkelijk zijn. Want in elk leven opnieuw moet het denken tot ontwikkeling komen. De identiteit die we in dit opstartende leven van nu ervaren hoort in de loop van het leven samen te vloeien met de diepste identiteit (ziel) die we in werkelijkheid zijn.
Dit weten Wie we werkelijk zijn (Liefde, energie), en deze identiteit beleven en realiseren, brengt ons definitief in die Kracht. Als we bewust die kracht geworden zijn, kunnen we ook over die enorme kracht (Liefde) beschikken, en ervaren we het ultieme geluk, onszelf teruggevonden te hebben. Dat maakt dat alle lijden dat eraan voorafging, het waard was.
Dit proces van herinneren Wie we zijn, is sterk afhankelijk van de rol van de ouders en opvoeders. Kinderen komen uit de wereld van de volmaaktheid, en rekenen er dus op dat wat ze hier tegenkomen, ook zo is. Ze zullen de ideale ouders verwachten, de verwelkoming van hun wezen, het respect ervoor, de hulp die hard nodig is om snel weer hen te herinneren Wie ze zijn, om vervolgens het proces van zelfrealisatie weer te kunnen voortzetten. Het voorleven door de ouders wat Liefde is en het voordoen hoe met emoties om te gaan is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind.
Emoties en gevoelens vormen de taal van de ziel. Dit zijn energieën. Ze ontstaan door de reactie van het individu op dat wat haar essentie is: Liefde. Positieve energieën zoals vreugde, dankbaarheid en ontroering zijn resonanties met deze Liefde-kern. De negatief geladen emoties (boosheid, angst, jalousie, verontwaardiging, teleurstelling etc.) zijn vaak krachtiger dan de positieve, en ontstaan als heftig protest op wat de ziel ervaart als verschillend van wat zij zelf is. Hoe verder de ziel al ontwikkeld was, hoe sterker deze reacties. Want haar missie is zichzelf met alle anderen hier te realiseren. Eén zijn en Liefde Zijn.
De ontwikkeling van ons bewustzijn in elk leven (“ontogenie”) verloopt in dezelfde stappen als de ontwikkeling van de menselijke soort (“fylogenie”):
- onbewust Zijn,
- ontwakend denken, vragen hebben;
- doorkomend herinneren Wie we zijn, genieten van eigen weten, eigen grootsheid voelen;
- de kracht voelen, ook de kwetsbaarheid van de kern voelen doorkomen; realiseren dat anderen aanvallen niet strookt met Liefde;
- het denken dat niet verder kan met beschermen, en zich doorontwikkelt naar WAT het beschermd heeft. De kracht van het overleven vloeit samen met die van de ziel, wordt toenemend genietend en gevend.
- Het Zijn realiseert zichzelf als stille kracht, enorme liefde en energie.
Stap 1., 5. en 6. zijn de Liefde zelf, 1 .echter onbewust, 5. en 6. bewust. In 2. en 4. is de (vrouwelijke) liefdekracht open zichtbaar. De emoties zijn maximaal in 4. Er is schijnbaar geen oplossing, alleen stress. Fase 3. is mannelijk: het denken vormt een schild om de zachte vrouwelijke kern. De geïsoleerde mannelijke kracht is gevaarlijk, en de dito vrouwelijke zachtheid is zwakte. Waar de evolutie naar toe groeit is het samenvloeien van beide: androgyn worden. 5. is daar verrukt van en speelt er naar hartenlust mee, uiteraard liefdevol, gevend en anderen helpend. De kracht van 6. is zowel het (voorlopig) doel van onze evolutie als de enorme steun die de anderen te hulp komt in hun onderweg zijn.
Mannen voelen meestal meer mankrachten, vrouwen meer de vrouwelijke kwaliteiten. Wanneer deze in 1 persoon samenvloeien, mag je een androgyne situatie verwachten: een toestand van grote zelfverzekerdheid, warme betrokkenheid, verbondenheid, acceptatie, mededogen, grote innerlijk kracht, innerlijke vreugde, dankbaarheid. Vrede.
De wereld verkeert in een kritieke fase. Onze evolutie kent nog zeer veel mannelijke kenmerken: strijd, defensie, allergie voor (felle afweer tegen) ont-ering, onderdrukking, vrijheidsberoving, grofheid. Het vrouwelijke ontbreekt in deze harde reacties. Maar vooral het androgyne. Vrouwelijke culturen zijn onder de voet gelopen. Mannelijke vernietigen zichzelf en elkaar. Het nieuwe paradigma van liefde zijn in ons diepste wezen, en begrijpen dat strijd ontstaat door bedreigd voelen in deze kostbare kern, gaat ons helpen. We gaan begrijpen dat alles van het hart met zachtheid en liefde te maken heeft, en dat ons denken primair een beschermende rol voor deze zachtheid wilde zijn. Echter door het mannelijke harde schild (ons denken en gedrag) is onze zachte kern niet meer zichtbaar en roept harde reacties op: de ziel van de ander reageert er weer emotioneel op. En daarmee is de wereldvrede op grote schaal begrijpelijk in groot gevaar. We blijven te lang hangen in deze mannelijke evolutiefase; een opvoeding door androgyne ouders en andere opvoeders is dringend nodig.
De toekomst ligt dus in de opvoeding. De rol van de vader en de moeder blijkt in deze visie een veel grotere en diepgaandere dan we ons realiseren.
Het kind voelt al vroeg in het leven in de baarmoeder. B.v. angst van de moeder, welkom zijn, verbondenheid voelen, je gezocht weten. Want voelen bestaat al veel eerder in de evolutie dan denken. Kinderen die starten met een hoger evolutieniveau zijn nog gevoeliger, kwetsbaarder, krachtiger, en hebben meer bevestiging nodig van hun waardevol zijn. Let wel: iedereen is even waardevol. Maar hoe verder men in het evolutieproces van eonen gevorderd is, hoe meer dit in de gevoelens zichtbaar wordt.
Het grootbrengen van deze hoogontwikkelde zielen vereist dus evolutionaire volwassenheid van de ouders en opvoeders. In de wereld van nu is er alleen onze mentale kennis, en kennen we slechts (mentale) hoogbegaafdheid. Het is in het algemeen ook waarschijnlijk zo dat een hoger spiritueel evolutieniveau samenvalt met een hoge intelligentie. Maar dat vereist dus juist zorg voor dit spirituele aspect, omdat dit veel meer bij de essentie van de mens hoort dan de intellectuele hoogte. Hoe hoger de intelligentie hoe groter het gevaar voor vastlopen in de ontwikkeling als de liefde-kern niet gekend en bewust gemaakt wordt. De intelligentie wordt dan voornamelijk ingezet om de enorme gevoelens die bij dit niveau horen, te hanteren. Het intellect is uiteindelijk bedoeld om bewust te worden Wie we zijn, en Zelf-verzekerd te worden. Niet om onze kwetsbaarheid te beschermen.
De taak van de volwassen ouder is: liefde zijn, liefde voorleven. Duidelijk en stevig zijn. Het kind loodsen langs de klippen van de blokkering door het mannelijke beschermen van de vrouwelijke kern. Begrip en respect voor de (over)gevoeligheden va het kind. De krachten van het kind waarderen en leiden, niet breken. Het kind zoeken in zijn kenmerken van liefde-zijn (verantwoordelijkheidsgevoel, creativiteit, zorgzaamheid, zachtheid, openheid, verwondering), het kind daarin hogelijk waard-eren en bevestigen, zijn identiteit daarheen leiden.
De moederrol: verbinding aanreiken, liefde, zorg, tederheid, onvoorwaardelijkheid. Ieder mens heeft in de eerste fase iets nodig. Dat betekent afhankelijkheid. Dat is normaal in deze fase. Wanneer hier iets niet goed gaat, blijft die afhankelijkheid bestaan, een bron van problemen. Het veroorzaakt verwachtingen die veel pijn kunnen veroorzaken. Want van volwassenen verwacht men geen afhankelijkheid meer. De wereld gaat daar echter mannelijk, hard mee om: het is minderwaardig. Echter, het kind treft geen blaam: het was de falende opvoeding. Niet dat iemand schuld heeft: het is de pijn van deze tijd, dat er kennis ontbreekt. Het is de prachtige en eervolle taak van de oudere generatie en deze Stichting, deze kennis nu te formuleren en aan te reiken aan de poorten van het leven.
Wat is dan de vaderrol? Pas met dit nieuwe paradigma wordt ook duidelijk wat de rol van de vader is, deze is eigenlijk ook nieuw in de evolutie van de mens. De vader (een beetje nog met de rol van de maatschappelijke verbinder, met het denken als instrument) kan het kind helpen om de energie van alle emoties voor zichzelf te leren gebruiken: van positieve emoties krijgen we wel energie. De negatieve putten ons en de omgeving uit. Ons brein weet er geen weg mee, en parkeert deze als minimale (negatieve = ziekte-)massa in ons lichaam, het onderbewuste. Nu we echter weten dat de negatieve emoties eigenlijk alleen maar iets moois en voedends over onszelf zeggen, kan de vader dit meteen aan het kind uitleggen en het vooral (androgyn) voordoen. Dat kan al vanaf jonge leeftijd. Zo leert het kind datgene wat het in de eerste jaren absoluut moet krijgen, aan zichzelf te geven en wordt afhankelijkheid afgewend.
Er zal zeker een eigen androgyn moederbeeld en een eigen androgyn vaderbeeld ontstaan. Dit zal ook leiden tot een intensere intieme relatie van de ouders, hetgeen niet alleen het voorleven van liefde bevordert voor het kind, maar ook tot nieuwe hoogten in deze relaties zal leiden. En zeker tot afname van het aantal scheidingen met al hun schadelijke invloed op de kinderen.
Hoe hoger het evolutieniveau van een mens is, hoe belangrijker is ook de begeleiding door en de volwassenheid van de ouders om de bijbehorende krachtige emoties te kunnen vertalen en gebruiken. Hier ontstaat de paradox: hoe hoger het niveau, hoe groter de kans op schade, en hoe groter de schade. De ouders geven, waarschijnlijk genetisch, dit niveau door, maar hebben zelden zelf mogen leren hun kind goed te begeleiden zodat het mooi kan uitgroeien. Bovendien zijn de ouders op het moment van kinderen krijgen nog lang niet klaar met hun eigen proces: de grootouders zouden de ideale opvoeders zijn. Omgekeerd betekent veel schade meestal: hoog evolutieniveau!
Deze schade is de bron van de meeste pathologie: medisch, psychologisch/psychiatrisch, juridisch, maatschappelijk. De enorme kosten voor de maatschappij door dit gegeven kunnen wegsmelten door de kennis op genoemd gebied te ontwikkelen en implementeren aan de poorten van het leven: bij aanstaande en jonge ouders, opvoeders, onderwijzers en alle begeleidende vakken. Wereld problemen kunnen opgelost worden door het leven volgens dit nieuwe paradigma: we zijn allen één: wat je elkaar geeft , geef je aan jezelf. Ons denken heeft in de evolutie als overlevingsmachine splijtend gewerkt: ons “wij” verdeeld in “ik” en “jij”.
Denken in evolutietermen helpt om zaken die onverenigbaar lijken als goed en kwaad, te begrijpen als stadia: goed en al bijna goed. Vanuit onze essentie (Liefde) denken maakt het mogelijk om wat we nu elkaar leren als “een slecht mens” te begrijpen als: iemand met schade, die daar zelf niets aan kan doen. De oorzaak was: onwetendheid van en in onze maatschappij.
De taak van de meest ontwikkelde individuen is vooral het voorlichten en voorleven van dit nieuwe paradigma. Echter, ook zij hebben meestal niet de opvoeding en kundige begeleiding gehad die juist zij erg nodig hebben. De realiteit is dat zij zelf ook de doelgroep van de Stichting zijn, en eerst elkaar zullen moeten ontmoeten en begeleiden om goed in de kracht te komen, die ze al zijn. Om dan als team de enorme taak aan te pakken.